Inleiding
We kennen het allemaal: je opent een website of app en denkt meteen “Ziet er goed uit.” Maar zodra je het gaat gebruiken, merk je dat je moet zoeken, dat knoppen onduidelijk zijn of dat iets net niet werkt zoals je verwacht. Ineens voelt dat mooie design minder mooi.
Goed design gaat namelijk veel verder dan alleen de “looks”. Het is de start van een digitale ervaring. Het bepaalt of iets prettig werkt, logisch aanvoelt en jou als gebruiker zonder moeilijkheden door een proces heen leidt. Een mooi jasje is fijn maar zonder solide basis stort het ontwerp bij de eerste klik al in.
Waarom goed design meer is dan uiterlijk
Een klassiek voorbeeld: de ketchupfles die niet werkt.
Een perfecte illustratie van waarom goed design verder gaat dan ‘mooi’, is de traditionele glazen ketchupfles. Iedereen herkent hem: prachtig vormgegeven, iconisch zelfs. Als je hem ziet staan op tafel, klopt het plaatje helemaal. Maar zodra je daadwerkelijk ketchup op je bord wilt, begint de ellende. Je moet tikken, schudden, draaien, en vaak komt er óf niets uit… óf ineens veel te veel.
De fles ziet er goed uit, maar ondersteunt je niet in wat je wilt doen. Het ontwerp levert frustratie op in plaats van gemak. Vergelijk dat met de knijpbare spuitfles. Die is misschien minder elegant, maar werkt intuïtief: je knijpt en je krijgt precies de hoeveelheid ketchup die je nodig hebt. Geen geknoei, geen irritatie, geen verrassingen.
Dit geeft ook precies het verschil tussen UI en UX:
UI: beide flessen kunnen er mooi uitzien.
UX: alleen de fles die prettig werkt, is goed ontworpen.
Het laat zien dat uiterlijk maar één onderdeel is. De echte waarde zit in hoe een product voelt in gebruik of het je helpt, tijd bespaart, en moeiteloos aansluit bij wat je probeert te doen. Een sterk digitaal fundament werkt precies zo: je merkt pas hoe belangrijk het is als het ontbreekt.

Goede gebruikerservaring gaat verder dan alleen ketchupflessen
Goed ontwerp stopt niet bij tastbare producten zoals ketchupflessen. Dezelfde principes gelden online net zo hard. Digitale interfaces gebruiken namelijk vaak metaforen uit de echte wereld om ervoor te zorgen dat je het al begrijpt zonder er ervaring mee te hebben. Zonder uitleg, zonder handleiding, zonder nadenken.
Neem het ordenen van bestanden op je computer. Dat voelt logisch omdat het systeem werkt zoals je het in het dagelijks leven ook zou doen: je stopt dingen in mapjes. Het is een digitale versie van een fysieke bureaulade of archiefkast. Je hoeft niet te leren hoe het werkt, omdat je de logica al kent.
Hetzelfde geldt voor het verwijderen van bestanden. Natuurlijk kan een computer technisch gezien iets veel abstracters doen dan een “prullenbak” gebruiken. Maar juist door die herkenbare metafoor snapt iedere gebruiker direct wat de bedoeling is. Je sleept een bestand naar de prullenbak en het is weg precies zoals in het echt.
Herkenbaarheid is dus een krachtig ontwerpprincipe. Het haalt cognitieve drempels weg en laat de gebruiker zich thuis voelen. Een interface voelt betrouwbaar en begrijpelijk wanneer het ontwerp aansluit bij patronen die we al kennen. Dat is precies waar een sterk digitaal fundament voor zorgt: een ervaring die natuurlijk aanvoelt, zowel in fysieke producten als in digitale omgevingen.
Voorbeelden die je zeker herkent
- Een webshop waar je vijf keer moet klikken om iets in je winkelmandje te doen.
- Een formulier dat mooi oogt, maar onduidelijk maakt welke velden verplicht zijn.
- Een navigatiemenu dat openspringt op plekken waar je het niet verwacht.
- Een app met prachtige visuals maar traag reagerende knoppen.
In al deze gevallen ontbreekt niet schoonheid, maar structuur. Het fundament is zwak en dat voel je meteen.

